maandag 28 juni 2010

Ziekte van Alzheimer

De ziekte van Alzheimer (soms kortweg alzheimer genoemd) is een degeneratieve aandoening van de hersenen waarbij de patiënt soms in snel tempo dementeert. De aandoening is vernoemd naar Alois Alzheimer, een Duitse psychiater en neuropatholoog. Een exacte diagnose is doorgaans pas mogelijk na overlijden, door de hersenen te onderzoeken. De ziekte wordt meestal vastgesteld bij personen die ouder zijn dan 65 jaar[1]. Minder vaak komt er ook een tweede variant voor, die 'vroege alzheimer' (Engels: early onset Alzheimer disease) wordt genoemd.


Ziektebeeld

De ziekte van Alzheimer wordt door een neuroloog vastgesteld door middel van geheugentests, een uitgebreide medische anamnese en gesprekken met de familie. De ziekte wordt gekenmerkt door een voortschrijdende achteruitgang van de psychische functies. De ziekte begint met geheugenstoornissen. In het begin is vooral de inprenting gestoord, hierdoor wordt nieuwe informatie niet meer opgeslagen. De patiënt vraagt bijvoorbeeld meerdere malen per dag hetzelfde en vergeet afspraken. Informatie die in het verleden is opgeslagen zoals herinneringen aan vroeger is nog wel beschikbaar. Als de ziekte voortschrijdt ontstaan ook stoornissen in het langetermijngeheugen. Verder ontstaan vroeg in de ziekte taalstoornissen zoals woordvindstoornissen, stoornissen in taalbegrip en afgenomen woordproductie. Deze ontwikkelen zich tot een afasie met confabuleren. Daarnaast ontstaan visueel-ruimtelijke stoornissen waardoor patiënten verdwalen en de tafel niet meer kunnen dekken. In een later stadium ontstaat een apraxie waardoor een patiënt allerlei vertrouwde handelingen zoals aan- en uitkleden en zich zelfverzorgen niet meer kan. Geleidelijk trekt de patiënt zich terug: hij wordt onverschilliger, verliest zijn interesse in de omgeving, zijn initiatief neemt af en hij besteedt minder aandacht aan zelfverzorging. Bij een groot percentage patiënten komen stemmingsveranderingen zoals depressie voor. Acute verslechteringen kunnen optreden bij infectie, medicijnvergiftiging, ziekenhuisopname en plotselinge grote veranderingen zoals een verhuizing. Bekend is het delier bij infectie en ziekenhuisopnames. Het langzame progressieve beloop leidt tot achteruitgang van alle functies, uiteindelijk leidend tot een volledige afhankelijkheid van dagelijkse verzorging. De gemiddelde ziekteduur is acht jaar. De ontwikkeling van de ziekte kan versterkt worden door vereenzaming. De psychische functies worden dan minder gebruikt waardoor de kwaliteit achteruit kan gaan. Geestelijk in beweging blijven stimuleert de hersencellen waardoor de ziekte mogelijk minder snel zal optreden.

Enkele eenvoudige tekenen van cognitieve achteruitgang die bij de ziekte vaak voorkomen zijn:[2]

* het steeds stellen van dezelfde vragen
* hetzelfde verhaal woord voor woord herhalen
* eenvoudige taken, die men vroeger makkelijk aankon niet meer kunnen uitvoeren, zoals koken,kaartspelen, dingen repareren, etc.
* problemen met betalen van rekeningen of bijhouden van de administratie (terwijl men dat vroeger wel kon)
* in een bekende omgeving de weg kwijtraken, of gedesoriënteerd raken.
* de persoonlijke hygiëne verwaarlozen, zoals aantrekken van schone kleren, douchen
* beslissingen die men vroeger zelf nam aan anderen overlaten, bijvoorbeeld wat er in de supermarkt gekocht moet worden, of waarheen men nu moet gaan.

Noot: geen van de tekenen zijn op zich of zelfs in combinatie met andere tekenen een zekere indicatie van de ziekte. Maar bij het optreden van meerdere tekenen van abnormaal gedrag is het verstandig een arts of specialist te raadplegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten