donderdag 1 juli 2010

Hoe moet je kanker behandelen

Inleiding



Oncologie is het specialisme binnen de geneeskunde dat zich bezighoudt met kanker. Kanker is een aandoening waarbij een groep cellen zich abnormaal gaat delen en daardoor groeit. Onder normale omstandigheden wordt de celdeling in het lichaam door diverse mechanismen gereguleerd, maar bij mensen met kanker werken deze controlemechanismen niet normaal. Hierdoor ontstaat een gezwel (tumor) dat andere omringende structuren kan vernietigen of zich kan uitzaaien naar verder gelegen plaatsen in het lichaam om daar uit te groeien.



Kanker komt veel voor. Volgens schattingen zijn er in Nederland in 2000 als gevolg van kanker 38.000 mensen overleden. Geschat wordt dat vier op de tien mannen en drie op de tien vrouwen in Nederland in de loop van hun leven kanker zullen krijgen.


Behandeling

Kanker kan op diverse manieren worden behandeld. De belangrijkste methoden zijn chirurgie, chemotherapie en radiotherapie. Andere behandelmethoden zijn onder meer het gebruik van hormonen en methoden die ingrijpen op het functioneren van het afweersysteem, zogenoemde immunotherapie.


Chirurgie

Chirurgie is een belangrijk instrument bij de strijd tegen kanker. Hierbij wordt meestal de tumor met een rand gezond weefsel verwijderd, zodat men zeker weet dat de tumor volledig wordt weggenomen. Een operatie kan ook verwijdering van de nabij gelegen lymfeklieren omvatten als deze door de kanker zijn aangetast.


Chemotherapie

Het woord chemotherapie bestaan uit twee delen: ‘chemo’ (chemische stof) en ‘therapie’, dat behandeling betekent. Chemotherapie is dus een methode waarbij geneesmiddelen (chemische stoffen) worden gebruikt bij de behandeling van kanker. De werking van deze geneesmiddelen berust op het feit dat ze de vermenigvuldiging van de kankercellen beïnvloeden en dus de groei van de kanker beperken.


Bijwerkingen van chemotherapie

Chemotherapie gaat gepaard met enkele bijwerkingen, die meestal tijdelijk zijn en verdwijnen zodra het gebruik van het geneesmiddel wordt gestaakt. Er kunnen bijvoorbeeld verschillende maag- en darmproblemen optreden. Deze worden gekenmerkt door misselijkheid (zich ziek voelen), braken en diarree. Verder kunnen er zweren in de mond ontstaan. Een andere veelvoorkomende bijwerking is gedeeltelijke of volledige haaruitval. De nagels kunnen dun worden en gemakkelijk afbreken. Daarnaast kunnen deze geneesmiddelen ook de aanmaak van bloedcellen beïnvloeden, zodat (ernstige) complicaties kunnen optreden door infecties (het afweersysteem functioneert namelijk niet goed meer) of anemie (bloedarmoede).


Radiotherapie

Bij radiotherapie worden kankercellen met behulp van straling gedood. Deze straling is dezelfde als de straling die wordt gebruikt voor röntgenfoto’s, maar sterker en geconcentreerd op de plaats van de tumor(en). Bestraling kan worden toegediend met een uitwendige radioactieve bron (uitwendige bestraling) of door radioactieve stoffen in het lichaam te brengen (inwendige bestraling).


Bijwerkingen van radiotherapie

Radiotherapie gaat gepaard met neveneffecten, die meestal tijdelijk zijn en verdwijnen wanneer de behandeling wordt gestaakt, en afhangen van de plaats van het lichaam die wordt bestraald. Zo is een veelvoorkomende bijwerking bij radiotherapie bij darmkanker misselijkheid, braken en diarree. Haaruitval komt vaak voor bij bestraling van het hoofd. Op de plek die wordt bestraald, kunnen plaatselijke huidveranderingen optreden of fibrose (verdikking) van de onderliggende weefsels. Daardoor kunnen mensen bij wie de romp bestraald is, last hebben van kortademigheid en hoesten.


Immunotherapie

Immunotherapie omvat de toepassing van diverse eiwitten die kunnen ingrijpen in de manier waarop het lichaam reageert op kanker. Er zijn sterke aanwijzingen dat ons afweersysteem, naast het bestrijden van infecties, ook een belangrijke rol speelt in het herkennen en bestrijden van kankercellen. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de stof ‘interferon’. Dit middel stimuleert de afweermechanismen van het lichaam wanneer stoffen van buitenaf het lichaam aanvallen. Interferon wordt gebruikt om de lichaamscellen te stimuleren de kanker te bestrijden.


Beenmergtransplantatie

Het beenmerg bevindt zich in het binnenste gedeelte van de botten en is de plaats waar de bloedcellen worden gevormd. Bij veel soorten kanker dringen de kankercellen het beenmerg binnen, groeien daar en kunnen zelfs het beenmerg verdringen. Hierdoor neemt het aantal normale bloedcellen af. Diverse behandelmethoden, zoals chemotherapie en radiotherapie, kunnen ook de normale functie van het beenmerg negatief beïnvloeden. Bij een beenmergtransplantatie krijgt de patiënt meestal beenmerg van een donor. In sommige gevallen kan beenmerg van de patiënt zelf worden gebruikt, dat van te voren is afgenomen en ingevroren. Als het getransplanteerde beenmerg aanslaat, ondersteunt dit de aanmaak van normale bloedcellen.


Hormoontherapie

Hormonen zijn stoffen die het lichaam zelf produceert. Deze hormonen hebben ook een sterk effect op kankercellen, afhankelijk van het type kanker. Zo speelt testosteron, het mannelijk geslachtshormoon, een belangrijke rol bij het ontstaan van prostaatkanker. Daarom kunnen stoffen die testosteron tegenwerken, nuttig zijn bij de behandeling van prostaatkanker. Een zelfde situatie geldt voor het vrouwelijke geslachtshormoon (oestrogeen): bij de behandeling van borstkanker worden vaak medicijnen die de werking van oestrogeen tegengaan gebruikt.


Effectieve behandeling

Ieder type kanker en iedere persoon vraagt zijn eigen specifieke aanpak. Soms wordt gekozen voor een combinatie van de hierboven genoemde behandelvormen, gelijktijdig of na elkaar.
Door het voortdurend op elkaar afstemmen van onderzoeks- en behandelresultaten tussen de verschillende kankercentra in de hele wereld wordt voortdurend vooruitgang geboekt in de behandeling van kanker. Hierdoor kunnen veel vormen van kanker inmiddels volledig worden genezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten